Dossier coronavirus COVID-19

GEARCHIVEERD | De uitbraak van het coronavirus COVID-19 heeft een zeer grote impact op de culturele en creatieve sector. Nu en op de langere termijn. Dit dossier schetst de gevolgen voor de audiovisuele industrie, specifiek voor de praktijk van producenten. Daarnaast biedt het een overzicht van steunmaatregelen en een selectie van relevant nieuws.

De adviezen en maatregelen om verdere verspreiding van het coronavirus te beperken, zijn noodzakelijk. Bescherming van de volksgezondheid staat nu voorop. De artsen, verpleegkundigen en bestuurders die zich daarvoor inzetten verdienen op dit moment de grootst mogelijke ondersteuning.

Om de gevolgen van deze crisis voor de audiovisuele sector zo goed mogelijk op te vangen, bepleiten wij dat de onafhankelijke productiebedrijven, andere ondernemingen en de vele zzp'ers die werkzaam zijn in de sector aanspraak kunnen maken op extra steunmaatregelen en compensatie. Hierbij werken wij samen met andere brancheorganisaties en belanghebbende partijen. Daarnaast hechten wij sterk aan solidariteit met alle spelers in de keten, van makers tot eindexploitanten die allemaal geraakt worden, sommige eerder dan anderen en sommigen meer dan anderen.

Actueel

17.04.2020 | Netflix en het Filmfonds richten samen een steunfonds op voor film- en tv-producties, om medewerkers te helpen die acuut in de problemen zijn gekomen door de COVID-19 pandemie. Netflix stelt in Nederland EUR 1 miljoen beschikbaar om het fonds te lanceren. "De aangekondigde steun van het kabinet is natuurlijk goed, maar komt niet direct terecht bij de kleinere bedrijven en individuen. Daar richten we ons met name op," stelt Filmfonds-directeur Bero Beyer. Hij hoopt dat ook concullega's van Netflix zich bij het fonds zullen aansluiten. De regeling wordt komende week verder uitgewerkt en gepubliceerd op de website van het Filmfonds. [BERICHT] [NU.nl]

15.04.2020 | Het kabinet stelt EUR 300 miljoen extra beschikbaar voor de culturele sector, zo maakt minister Van Engelshoven bekend. Voor onze sector is van belang dat het Filmfonds extra middelen ontvangt om 'cruciale instellingen' in de (regionale) infrastructuur te ondersteunen, zoals filmtheaters. Daarnaast wordt een deel van het budget aangewend om de leenfaciliteiten bij Cultuur + Ondernemen te verhogen voor instellingen die privaat worden gefinancierd. [BERICHT] [KAMERBRIEF OCW]

In dit dossier

IMPACT

De Nederlandse audiovisuele sector bestaat voornamelijk uit kleine bedrijven en zelfstandigen. In goede tijden is zij daardoor wendbaar; in slechte tijden uiterst kwetsbaar. De eerste, directe gevolgen van de COVID-19-pandemie laten zich nu voelen: ondernemingen zien hun omzet drastisch teruglopen of zelfs wegvallen. Tegelijkertijd is het zeer lastig om nu al de volledige impact te overzien. Het proces van ontwikkeling, productie incl. financiering, distributie en exploitatie is bijzonder complex en neemt vaak jaren in beslag. Wanneer haperingen optreden, zoals nu het geval is, heeft dit gevolgen op verschillende niveaus en voor de gehele keten. Soms direct en vaak pas over een aantal maanden of zelfs jaren.

a. Inventarisatie

Leden van NAPA hebben de uitnodiging ontvangen voor de online enquête, waarmee we de gevolgen van de coronacrisis op systematische wijze willen inventariseren. Deze enquête gebruiken we om deze taskforce en de overheid (OCW, EZK, SZW) te informeren over de huidige en vereiste (extra) maatregelen t.b.v. de productiebedrijven en de vele zzp'ers die werkzaam zijn in de sector. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met de informatie die u verstrekt; uitsluitend het Bureau krijgt inzage. Gegevens worden altijd geanonimiseerd wanneer analyses/conclusies gedeeld worden met derden. De enquête is drieledig:

I.
Een inventarisatie van acute en verwachte problemen die samenhangen met de coronacrisis.
II.
Een inventarisatie van de mate waarin de huidige maatregelen een oplossing of tegemoetkoming bieden voor deze problemen, en van aanvullende maatregelen die volgens de producenten genoodzaakt zijn.
III.
Een raming van de financiële schade die samenhangt met de coronacrisis.

Voor onze filmleden: vergeet niet om het Filmfonds (m.wijdenes@filmfonds.nl) te informeren over problemen bij lopende producties. Graag wijzen we ook op het meldpunt van de Kunstenbond, waar zzp'ers die werkzaam zijn in de culturele en creatieve sector kunnen aangeven met welke afzeggingen zij te kampen hebben. [MELDPUNT]

↥ NAAR BOVEN

b. Eerste analyse

Producenten dragen in alle fasen van het productieproces een grote verantwoordelijkheid: als opdrachtgever van andere filmprofessionals en als contractpartner van fondsen, coproducenten, omroepen, distributeurs en sales agents. Uiteraard zijn producenten gewend om risico’s te nemen en zelf te investeren. De uitbraak van het coronavirus COVID-19 is echter een uitzonderlijke situatie die de gebruikelijke ondernemersrisico’s verregaand overstijgt en de continuïteit van tal van ondernemingen plotsklaps zwaar op de proef stelt. Op 20 maart hebben producentenverenigingen NAPA en NCP een voorlopige analyse van de problemen gedeeld met het ministerie van OCW. Onderstaand een samenvatting.

Persoonlijk / werkdruk | De uitbraak van het coronavirus treft in de eerste plaats personen: wie ziek wordt of de zorg draagt voor anderen is niet in staat te werken. Dit leidt tot extra werkdruk bij bedrijven en organisaties. Deze komt bovenop de toegenomen druk van deadlines die gehaald moeten worden, om niet nog verder op achterstand te komen.

Alle draaidagen in Nederland en in de meeste ons omringende landen zijn noodgedwongen geannuleerd of uitgesteld vanwege het advies om gepaste afstand te houden tot elkaar en diverse beperkende maatregelen (inclusief reis- en samenscholingsverboden). Voor veel productiebedrijven treft dit meerdere producties. Met het opnieuw opstarten van producties zijn extra kosten gemoeid: lopende contracten moeten worden afgekocht en moeten opnieuw gesloten worden bij hervatting. Het is onbekend tot wanneer deze beperkingen van kracht zijn, de verwachting is zelfs dat restricties zullen toenemen.

Filmtheaters en bioscopen blijven voorlopig gesloten. Dit leidt tot diverse problemen, direct en getrapt. Omdat de omzetderving de komende maanden bij filmdistributeurs zo lang de bioscopen gesloten blijven gigantisch zal zijn, is het de vraag in hoeverre zij in staat zijn contractueel reeds toegezegde financiering voor komende producties gestand kunnen doen en überhaupt nog ruimte hebben om op korte termijn financiering voor nieuwe producties te verstrekken.

Abraham Tuschinski Fonds | Door de abrupte sluiting van bioscopen zijn er in de komende periode geen afdrachten aan het Abraham Tuschinski Fonds en derhalve geen middelen om nieuwe projecten te ondersteunen. De aanvraagronde van eind maart is daardoor per direct komen te vervallen en de financiering van minimaal drie en maximaal vier Nederlandse publieksfilms met EUR 2 miljoen komt niet beschikbaar. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de continuïteit van deze publieksfilms: de (pre)productie komt stil te liggen of moet - in het uiterste geval – worden afbesteld. De via het Abraham Tuschinski Fonds gefinancierde publieksfilms dragen voor meer dan 80% bij aan het marktaandeel van de Nederlandse film in de bioscopen.

Omroepen | De commerciële omroepen kampen met sterk teruglopende reclame-inkomsten. Dit leidt tot ontslagen bij personeel, het annuleren van al bestelde producties en het stopzetten van onderhandeling over nieuwe producties. De NPO stelt dat op dit moment nog niet is voorzien in algemene maatregelen die erop gericht zijn te voorkomen dat de (financiële) problemen louter bij producenten terecht komen. NAPA en NCP zijn inmiddels in gesprek met de NPO en het College van Omroepen. We bepleiten dat de publieke omroepen zich solidair dienen te betonen in woord en daad. Bijvoorbeeld door flexibeler en proactiever te zijn in het bevoorschotten van producenten, met als doel de cashflow te bevorderen en te voorkomen dat bedrijven omvallen door liquiditeitsproblemen.

Filmfestivals en andere evenementen worden afgelast – van Cinedans, Movies that Matter en Roze Filmdagen tot SXSW en Cannes. Dat deze evenementen niet doorgaan is in de eerste plaats schrijnend voor de organisaties en voor alle producties die hier gelanceerd zouden worden. Festivals zijn echter ook hubs voor business en talentontwikkeling. Hoewel verschillende festivals een online ‘vertaling’ proberen te maken, is het maar de vraag hoe dit zal uitpakken, zonder de synergie die een daadwerkelijke ontmoeting oplevert. Het is zeer lastig te meten het wat dit ‘kost’ op langere termijn.

Distributie | Door het opschorten van premières komt de planning van andere producties in het gedrang. De uitgestelde release van de nieuwe James Bond-film No Time to Die (nu bepaald op 12 nov.) of Peter Rabbit 2 kan bijvoorbeeld leiden tot verdringing van andere films die in het najaar uitgebracht zouden worden. Ook A Quiet Place 2 en Mulan zijn inmiddels uitgesteld.

Risicodekking | Op dit moment is het voor producenten onduidelijk in hoeverre hun verzekering toelaat een beroep te doen op overmacht, waar het lopende en toekomstige producties betreft. Daarnaast leidt de COVID-19-pandemie tot grote onzekerheid omtrent de verzekering van toekomstige producties. Men gaat er vanuit dat het minimaal een jaar, maar mogelijk twee jaar zal duren eer een vaccin op de markt komt. Dit betekent dat uitvals- verzekeringen voor producties op korte termijn ofwel onbetaalbaar worden, ofwel onvolledig wanneer COVID- 19 als risico wordt uitgesloten. Als uitvals-verzekeringen niet meer afgesloten kunnen worden, zal de bereidheid om producties te bestellen of daarin te investeren snel afnemen.

• De cashflow is voor de meeste productiebedrijven in normale omstandigheden al een groot probleem, vanwege de complexe financieringssystematiek. Op dit moment is de liquiditeit echter van wezenlijk belang. Het is goed dat het Filmfonds heeft aangekondigd dat het op korte termijn middelen beschikbaar wil stellen om producenten te verlichten die te maken hebben met uitgestelde (co)producties. Wat ons betreft maakt dit nadrukkelijk deel uit van het maatwerkpakket dat minister Van Engelshoven overweegt.

↥ NAAR BOVEN

BELANGENBEHARTIGING

NAPA voert overleg met verschillende partijen om oplossingen te bieden voor de problemen van onafhankelijke productiebedrijven vanwege de coronacrisis, waaronder het ministerie van OCW, het Filmfonds, de NPO en het College van Omroepen. Daarnaast is NAPA actief betrokken bij de Taskforce die als doel heeft de sectorspecifieke problematiek te beschrijven, de schade op de kortere en de langere termijn te inventariseren en voorstellen te ontwikkelen voor ondersteuning van de cultuursector. NAPA is zowel aangesloten bij de koepelvereniging Federatie Creatieve Industrie als bij Kunsten '92, die deze taskforce hebben opgericht i.s.m. de Creatieve Coalitie en Federatie Cultuur.

Op dit moment werkt de Taskforce aan de kaders voor een overbruggings- en garantiefonds, dat zowel de liquiditeitsproblemen op korte termijn als de economische schade op middellange termijn zou moeten kunnen opvangen, zowel voor freelancers als voor bedrijven en instellingen in de culturele en creatieve sector. Daarnaast heeft de Taskforce het kabinet voorgesteld om de huidige coulancemaatregelen uit te breiden met bijvoorbeeld taxshelters en tijdelijke BTW-vrijstellingen, om bedrijven en instellingen na de crisis de mogelijkheid te geven weer op te kunnen starten. De Taskforce heeft inmiddels een restitutieregeling voor tickets (voor o.m. muziekpodia en theaters) gepresenteerd.

• Op maandag 16 maart is minister Van Engelshoven in gesprek gegaan met Kunsten '92 en de Federatie Creatieve Industrie, vertegenwoordigers uit de culturele en creatieve sector en de cultuurfondsen. Hierbij heeft de minister aangegeven dat zij een steunpakket wil dat snel en eenvoudig kan opereren en dat begrijpelijk is voor iedereen. Verder is afgesproken om ook zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande regelingen.

• Op 17 maart heeft Kunsten '92 minister Van Engelshoven, de Tweede Kamer en Raad voor Cultuur een brief gestuurd met daarin een eerste analyse van de specifieke problemen voor de culturele en creatieve sector, in verband met het coronavirus. Daarnaast wordt de overheid gevraagd om op zeer korte termijn een robuust steunpakket ter beschikking te stellen, om noodzakelijke ondersteuning te bieden aan de hele sector, zowel individuele zzp’ers als instellingen en bedrijven, zowel gesubsidieerd als (deels) ongesubsidieerd. Er wordt onder meer gepleit voor:
- het compenseren van gemaakte kosten en gederfde inkomsten;
- een vorm van overbruggingsfinanciering;
- lastenverlichting vanaf het moment dat het herstel in de sector inzet;
- onderzoek naar vervolgschade (in een aansluitend traject), zoals bijvoorbeeld de terugval in inkomsten uit auteursrechten vanwege gesloten zalen;
- versoepeling van de prestatiecriteria voor projecten en culturele subsidies. De minister heeft al positief gereageerd op het verzoek dit snel te regelen voor de Rijksfondsen (inclusief Filmfonds) en instellingen in de BIS. [BRIEF 17 MAART]

• Op 20 maart hebben NAPA en NCP, op verzoek van het ministerie van OCW, een notitie opgesteld met een eerste analyse van de gevolgen van de coronacrisis voor de audiovisuele sector. Daarin kaarten we verschillende problemen aan en pleiten we onder meer voor versnelde uitkering van met name publiek geld, een solidaire opstelling van de publieke omroep(en) en faciliteiten die andere financiers stimuleren om soepel om te gaan met afgelaste producties en te investeren in nieuwe producties en de ontwikkeling daarvan. [Zie: ANALYSE]

• Onder de noemer 'De wanhoop nabij' heeft de taskforce op 30 maart, namens de gehele culturele en creatieve sector, een brandbrief gestuurd aan het kabinet. De overheid wordt opgeroepen om robuust te investeren in een overbruggings-­ en garantiefonds, dat zowel de liquiditeitsproblemen op korte termijn als de economische schade op middellange termijn kan opvangen, zowel voor freelancers als voor bedrijven en instellingen in de culturele en creatieve sector. Directe aanleiding was de brief die minister Van Engelshoven vrijdag 27 maart aan de Tweede Kamer zond.

De generieke maatregelen en de door minister Van Engelshoven aangekondigde coulancemaatregelen zijn noodzakelijk, maar niet voldoende om de acute problemen ten gevolge van de coronacrisis op te vangen. Minister Van Engelshoven heeft in haar brief aangegeven te zullen kijken naar het gehele culturele en creatieve veld: gesubsidieerd, commercieel en hybride. Die breedte komt nog onvoldoende terug in het generieke pakket en het coulancepakket. Gelukkig biedt de minister een opening: zij geeft aan dat zij in overleg met het veld naar aanvullende maatregelen wil kijken. De Taskforce vraagt om financieel commitment van het kabinet om het genoemde overbruggings-­ en garantiefonds van de grond te krijgen, in samenwerking met gemeenten, fondsen en publiek. Daarnaast kunnen de voorgestelde coulancemaatregelen uitgebreid worden naar voorbeeld van buurlanden: stel taxshelters en tijdelijke BTW-vrijstellingen in om bedrijven en instellingen na de crisis de mogelijkheid te geven weer op te kunnen starten. [BRIEF 30 MAART]

• NAPA heeft zich sterk gemaakt voor verruiming van de criteria voor de TOGS-regeling. We hebben geïnventariseerd wat de SBI-codes zijn van de bij ons aangesloten ondernemingen. Op basis daarvan hebben wij bij het ministerie van OCW en uitvoeringsinstantie RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) aangedrongen op het toevoegen van deze codes. Op 7 april werd bekend dat deze regeling ook opengesteld wordt voor film- en televisieproducenten en verschillende andere typen ondernemingen. Punt van aandacht blijft dat veel getroffen ondernemingen in de culturele en creatieve sector nog niet in aanmerking komen. Dit komt enerzijds door te strikte criteria, die met name eenmanszaken uitsluiten: de onderneming mag bijvoorbeeld niet op een woonadres gevestigd zijn en dient daarnaast minimaal EUR 4.000 aan vaste lasten te hebben gedurende drie maanden. Daarnaast ontbreken nog tal van SBI-codes. Indien u meent dat uw SBI-code niet goed aansluit bij uw feitelijke hoofdactiviteit, kunt u dit melden bij RVO. [Zie: TOGS-regeling]

↥ NAAR BOVEN

MAATREGELEN en INITIATIEVEN

Onderstaand een overzicht van maatregelen en initiatieven om de culturele en creatieve sector te ondersteunen.

a. AV-sector

Filmfonds

Het Fonds publiceert updates m.b.t. de coronacrisis op een speciale pagina. [LINK]
Het Filmfonds roept producenten nadrukkelijk op om problemen direct te melden bij Maarten Wijdenes (m.wijdenes@filmfonds.nl), zodat het Fonds kan meedenken waar mogelijk. Alle werkzaamheden betreffende aanvragen lopen gewoon normaal door. Het kantoor is vooralsnog gewoon open en bereikbaar, hoewel medewerkers meer vanuit huis werken en viewings en andere groepsafspraken voorlopig worden uitgesteld.

NAPA is verheugd dat het Filmfonds diverse maatregelen treft om directe verlichting te bieden aan lopende producties die nu onder druk staan en dat het Fonds doorgaat met het verstrekken van subsidies. Het Filmfonds maakte 17 maart bekend dat het coulance betracht in de nakoming van voorwaarden en verplichtingen. Daarnaast beloofde het Fonds te kijken naar versoepeling van subsidietermijnen en bevoorschotting en waar mogelijk aanvullende maatregelen te nemen. Op 20 maart maakte het Filmfonds een reeks extra maatregelen bekend. Op 31 maart volgden opnieuw enkele aanvullende maatregelen. Het Filmfonds zal de effecten op de korte en lange termijn nauwgezet blijven volgen en het ministerie van OCW daarover informeren. Waar mogelijk en noodzakelijk zal het Fonds aanvullende maatregelen nemen.

• Een versoepeling in subsidievoorwaarden en verplichtingen voor reeds door het Fonds gesubsidieerde films en filmactiviteiten die nu in de uitvoering getroffen worden. Bijvoorbeeld een verruiming voor filmproducties ten aanzien van de oplevering en vertoning. Daarmee worden aanvragers in de gelegenheid gesteld om de productieplanning aan te passen of oplevering en uitbreng te verplaatsen zonder dat het een gevolg heeft voor de subsidieverlening. Voor meerjarige en projectmatig gesteunde filmfestivals en filmactiviteiten komt ruimte voor het later indienen van jaarverantwoordingen, het inzetten van eigen reserves en het niet terugvorderen van de subsidie, indien de huidige activiteiten als gevolg van COVID-19 geen doorgang kunnen vinden.

• Een verruiming van de bevoorschotting door bestaande subsidietermijnen geheel of gedeeltelijk te vervroegen en daarmee de reeds gemaakte kosten van crew- en castleden, filmbedrijven en investeringen in de productie waar mogelijk op te vangen. Het Filmfonds roept andere financiers op eveneens daartoe te besluiten. Het Fonds vraagt aanvragers deze kosten inzichtelijk te maken en, indien bevoorschotting vanuit het Fonds niet afdoende is om alle gemaakte kosten te dekken, tot onderlinge afspraken te komen met alle uitvoerenden die kosten gemaakt hebben dan wel recht hebben op een vergoeding bij aanvang van de productie. De aanvrager geeft het Fonds inzage in de besteding.

UPDATE 03.04.2020 • Een aanvullende realiseringsbijdrage, ter dekking van door filmproducenten gemaakte extra kosten van lopende projecten die door uitstel, veranderingen of tegenslagen met betrekking tot de Covid-19 pandemie getroffen worden. In veel gevallen moeten kosten bij uitstel of herziene opzet opnieuw plaatsvinden of verandert de opzet en bezetting van de reeds selectief door het Fonds gesteunde productie. De aanvullende realiseringsbijdrage voor selectief door het Fonds gesteunde filmproducties geldt voor COVID-19 gerelateerde kosten en nadrukkelijk niet voor het opvangen van andere knelpunten in financiering of de productie die vóór maart 2020 zijn opgetreden.

Het verzoek wordt schriftelijk gedaan bij de betreffende afdeling. De kosten dienen inzichtelijk gemaakt te worden en moeten besteed worden ter dekking van de kosten van uitvoerende filmprofessionals (crew, cast en filmbedrijven). Mits gedegen onderbouwd en financieel uitgesplitst zal het Fonds de bedragen snel in de vorm van een aanvullende realiseringsbijdrage betaalbaar stellen. De aanvrager garandeert dat de bedragen ook bij de betreffende crew, cast en andere opdrachtnemers terecht komen. Verantwoording vindt achteraf plaats als onderdeel van de totale eindafrekening, eventueel voorzien van een tussentijdse update na drie maanden. Op de besluiten die worden genomen zijn dezelfde voorwaarden in de (standaard) uitvoeringsovereenkomst voor realisering, alsmede het Algemeen Reglement en het Financieel & Productioneel Protocol van toepassing.

Het Fonds hanteert vooralsnog een aantal indicatieve bedragen variërend van EUR 25.000 voor door het Filmfonds selectief gesteunde bioscoopdocumentaires en minoritaire coproducties tot EUR 50.000 voor speelfilms met een uitloop naar EUR 75.000 bij internationale gecoproduceerde speelfilms met (gedeeltelijke) productie in het buitenland. Afhankelijk van het project en de productiefase zullen de extra (pre-)productiekosten sterk uiteenlopen. Het Fonds zal dan ook per project een afweging maken in welke mate een extra inspanning binnen de beschikbare middelen kan worden gedaan. De aanvraag dient te worden ingediend met een concept-planning voor de herziene pre-productie dan wel herstart van de productie of postproductie met een toelichting waaraan de extra middelen besteed worden. Het betreft hier een tussentijdse bijstelling van de productiekosten; niet in alle gevallen kan nu al een definitief herzien werkbudget worden gemaakt.

De producent kan in het bestedingsoverzicht vergoedingen opnemen voor de hold-dagen van cast- en crewleden die waren opgenomen in de oorspronkelijke planning van de (pre)productie. De producent moet een inschatting maken voor degelijke, marktconforme en billijke vergoedingen en deze inzichtelijk maken. De producent is verantwoordelijk voor correcte doorbetaling aan de medewerkers.

Het Fonds roept producenten nadrukkelijk op om rekening te houden met mogelijke kostverhogende consequenties voor het postproductietraject, en om het gereserveerde budget voor postproductie niet aan te spreken voor financiële tegenvallers. Ook kosten voor extra technische voorzieningen die het postproductietraject kunnen overbruggen, komen in aanmerking voor vergoeding. Hiertoe heeft het Fonds een checklist gepubliceerd.

• Een aanvullende distributiebijdrage bij noodgedwongen hernieuwde distributie en marketing van Nederlandse majoritaire speelfilms en bioscoopdocumentaires die met de start van hun uitbreng vanaf maart 2020 getroffen zijn door de plotselinge sluiting van bioscopen en filmtheaters. Wanneer de reeds gedane investeringen in marketing en distributie geheel opnieuw gedaan moeten worden gaat het om een indicatieve aanvullende bijdrage van maximaal EUR 10.000-25.000 per productie. Uiteraard afhankelijk van onderbouwing en herzien uitbrengplan.

Revolverende middelen | Het Filmfonds hanteert een versnelde procedure voor het aanspreken van aan het Fonds terugbetaalde bijdragen uit exploitatie-inkomsten, de zogenaamde revolverende middelen. De voor projecten gereserveerde revolverende middelen kunnen gebruikt worden om nieuwe projecten op te starten, te investeren in lopende ontwikkelingen of producties. Door het verstrekken van een onderbouwing hoe en waaraan de middelen concreet worden besteed, kan hierop snel aanspraak gemaakt worden. In het geval dat de middelen al zijn gereserveerd voor de totstandkoming van een filmproductie en aantoonbaar onderdeel uitmaken van het financieringsplan, kunnen deze in een eerder stadium dan op de eerste draaidag betaalbaar worden gesteld. Producenten worden in principe rechtstreeks benaderd, maar er kan ook direct contact worden opgenomen via email met Thomas van Tuijl: t.van.tuijl@filmfonds.nl.

Production Incentive | Voor projecten die uitsluitend een bijdrage van de Production Incentive hebben ontvangen is het mogelijk om voor lopende producties een extra tussentijdse betaling aan te vragen. Voor filmprojecten waarvan de uitvoeringsovereenkomst is getekend en de voorgenomen productie nu stokt kan het voorschot op de Incentive ook tijdelijk verhoogd worden tot maximaal 50% mits gedegen onderbouwd ter dekking van de begrote productiebestedingen in Nederland.

Daarnaast kan er in de komende twee rondes (indiendeadlines 6 mei en 24 augustus) een aanvraag voor een aanvullende bijdrage bij de Production Incentive worden gedaan ter gedeeltelijke dekking van extra kwalificerende (pre)productiekosten. Hetzelfde Incentive percentage zal daarvoor gelden als bij de oorspronkelijke subsidieverlening. Het gaat daarbij om kosten die direct samenhangen met het uitstel, veranderingen of tegenslagen in productie en postproductie die vanaf maart 2020 zijn opgetreden en die bovenop de productiebegroting gemaakt moeten worden. Deze aanvullende bijdrage geldt nadrukkelijk niet voor het opvangen van andere knelpunten in financiering of de productie die vóór maart 2020 zijn opgetreden en ook niet gerelateerd zijn aan COVID-19.

De kosten voor de doorstart moeten inzichtelijk gemaakt worden en dienen met name ingezet te worden voor de extra kosten die niet verhaald kunnen worden op een verzekering en bedoeld zijn ter dekking van werkzaamheden van uitvoerende filmprofessionals (crew, cast en filmbedrijven alsmede sturende interne functies) die opnieuw gedaan moeten worden of meer tijd en inspanning vergen door het stilvallen van de productie. Mits gedegen onderbouwd en financieel uitgesplitst zal het Filmfonds de bedragen snel in de vorm van een aanvullende bijdrage betaalbaar stellen.

De aanvrager garandeert dat de bedragen in het kader van bovenstaande maatregelen ook bij de betreffende crew, cast en andere opdrachtnemers terecht komen. Verantwoording vindt achteraf plaats. Waar van toepassing voorzien van een tussentijdse update na drie maanden. De systematiek voor het aanvragen van een aanvullende bijdrage wordt binnenkort gepubliceerd op de website van het Filmfonds. Nadere informatie omtrent de hoogte van het budgetplafond voor de komende ronde volgt half april.

• In samenspraak met het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) wordt de onderlinge bestedingsverplichting voor selectieve fondsbijdragen tijdelijk los gelaten. Dit heeft betrekking op speelfilms, lange animatiefilms en documentaires die in coproductie worden gerealiseerd en in beide landen worden uitgebracht. [Zie ook: INTERNATIONAAL]

Abraham Tuschinski Fonds

Het Abraham Tuschinski Fonds maakte 18 maart bekend dat de eerstvolgende aanvraagronde (sluitingsdatum 26 maart) komt te vervallen. Het coronavirus is ook hier debet aan: door sluiting van bioscopen zijn er geen afdrachten aan het fonds en derhalve geen middelen om nieuwe projecten te ondersteunen. Het fonds hoopt dat de bioscopen snel weer open kunnen gaan, en dat het voor de ronde van juli 2020 een nieuw budget kan bepalen. [BERICHT]

UPDATE 07.04.2020 NPO / Publieke omroepen

NAPA is samen met NCP in overleg getreden met het College van Omroepen (CvO) en de NPO, om te verkennen hoe de omroepen de av-sector tegemoet kunnen komen. Doel is om de bedrijfsvoering van producenten (en de zzp’ers/partijen die voor hen werken) zo goed mogelijk te borgen. Deze constructieve gesprekken hebben onder meer geleid tot toezeggingen over vervroegde betaling van ingediende facturen en het (onder voorwaarden) mogelijk maken de bevoorschotting te verruimen. We blijven in gesprek met deze partijen, ook over andere aandachtspunten.

NPO-fonds

Het NPO-fonds vindt het van belang om, juist in deze onzekere tijd, de aanvraagrondes door te laten gaan en deze zo goed mogelijk te laten verlopen. Ook zal het fonds de lopende talentontwikkelingstrajecten blijven steunen. Het NPO-fonds zal coulance betrachten inzake planning, oplevering en haalbaarheid; per project zal bekeken worden wat er nodig is en welke steun mogelijk is. Het fonds verzoekt de omroepen om contact op te nemen (npofonds@npo.nl) om knelpunten bij lopende producties te melden. In geval van problemen ten aanzien van toekomstige aanvragen (qua inhoud en haalbaarheid), verzoekt het fonds de omroepen om vóór de indiendatum contact op te nemen.

Praktisch: de uitslag van de huidige ronde (sluitingsdatum 3 maart) wordt een week later, op 21 april, verwacht. De deadline voor de nieuwe ronde verschuift van 14 naar 21 april. Openbare bijeenkomsten en evenementen (zoals ‘Ben jij mijn schrijfdate?’ die gepland stond voor 17 april) zullen worden uitgesteld, maar niet afgelast. [BERICHT]

CoBO

CoBO meldt dat alle activiteiten zoveel mogelijk doorgang vinden; het fonds handhaaft de geplande inleverdata en vergaderingen. Enkele regels worden veranderd of versoepeld om tegemoet te komen aan problemen die zich aandienen. Per project wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. CoBO vraagt producenten en omroepen om wijzigingen in de opzet van producties en andere knelpunten te melden.

Het fonds maakt bevoorschotting mogelijk: door de afgesproken termijnen geheel of gedeeltelijk te vervroegen, kunnen de reeds gemaakte kosten van producenten, cast- en crewleden etc. zo goed mogelijk worden opgevangen. CoBO zal hiervoor samenwerken met de andere financiers van een productie. Indien hier een beroep op wordt gedaan vraagt CoBO inzicht in de bestedingen en de cashflow.

Afwijken van de gemaakte afspraken en verruiming van de overeengekomen deadlines is mogelijk in overleg, het gaat hierbij onder andere om oplevering van scripts, uitzendbanden en eindafrekeningen. CoBO gaat soepel om met zowel de vereiste impact als met de vereiste distributie. Het fonds houdt er rekening mee dat het niet zeker is dat er een inhaalslag gemaakt kan worden op het moment dat de bioscopen weer worden vrijgegeven en bijeenkomsten weer zijn toegestaan. Dat overeengekomen windows niet kunnen worden nageleefd is een logisch gevolg. [BERICHT]

Stimuleringsfonds creatieve industrie

Het Stimuleringsfonds doet zijn best alle werkzaamheden zoveel mogelijk normaal te laten verlopen. Nieuwe aanvragen worden gewoon in behandeling genomen, met uitzondering van de Deelregeling Internationalisering en de Vouchers Presentaties Buitenland. Dit heeft ermee te maken dat veel projecten en presentaties in het buitenland niet kunnen plaatsvinden vanwege reisbeperkingen in verband met COVID-19.

Het Stimuleringsfonds stelt zich coulant op wanneer ondersteunde projecten problemen ondervinden vanwege de coronacrisis. Uitstel, aanpassingen of verplaatsing van het project worden in principe geaccepteerd. Dat geldt ook voor het vergoeden van reeds gemaakte subsidiabele kosten indien het project niet meer kan worden uitgevoerd. Als dit het geval is, wordt u verzocht uw contactpersoon bij het fonds te mailen. [BERICHT]

CBO's

De collectieve beheersorganisaties (CBO’s) van de producenten zijn bezig om de repartitie van auteursvergoedingen drastisch te versnellen. Het is de bedoeling dat op korte termijn miljoenen euro’s versneld aan producenten worden uitgekeerd, wat voor sommige van hen kan bijdragen aan het verlies van hun liquiditeitspositie. Meer informatie hierover volgt.

Overige

• De European Producers Club (EPC) heeft tien maatregelen voorgesteld waarmee de Europese audiovisuele sector gebaat zou zijn. De Nederlandse producentenverenigingen NAPA en NCP en verschillende andere beroepsverenigingen onderschrijven dit document. [DOCUMENT]

↥ NAAR BOVEN

b. Culturele en creatieve sector

• De Raad voor Cultuur stelt op donderdag 12 maart dat het niet meer dan logisch is dat er ook passende compenserende maatregelen komen voor de cultuursector. In de Tweede Kamer is diezelfde avond nog bepleit dat het kabinet steunpakketten ontwikkelt om de maatschappelijke en economische schade ten gevolge van de pandemie te beperken. Daarnaast is een motie aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen te werken aan een specifiek steunpakket voor de culturele sector, ‘om de gevolgen van deze crisis te kunnen dragen’. De motie is ingediend door D66, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, Denk en 50Plus. [RAAD VOOR CULTUUR] [MOTIE]

Minister Van Engelshoven (OCW) schrijft in een vrijdag 13 maart gepubliceerde Kamerbrief dat ‘de belangen en zorgen van deze sector worden meegenomen in de rijksbrede maatregelen’; daarbij doelt ze op de generieke maatregelen die het kabinet enkele dagen later zal presenteren. Maandag 16 maart zegt ze, in een interview met NRC Handelsblad: 'Verder komt er een aantal generieke maatregelen voor ondernemers met tijdelijke liquiditeitsproblemen, zoals bijstandsverlening en later belasting betalen zonder dat je een boete krijgt. Dat gaat enig soelaas bieden. Maar vaak is er maatwerk nodig, de culturele sector werkt anders dan het midden- en kleinbedrijf. De komende dagen gaan we daar met een speciaal ingestelde taskforce over puzzelen: waar zitten precies de knelpunten, hoever kom je met die algemene maatregelen, waar moet je echt iets aparts doen. De inschatting is: het gaat om een verlies van zestig tot honderd miljoen euro per week.' [KAMERBRIEF 13 MAART]

Vrijdag 27 maart publiceert minister Van Engelshoven een nieuwe Kamerbrief over steunmaatregelen waar de culturele en creatieve sector een beroep op kan doen. Hierin stelt zij dat zij de onduidelijkheid betreurt over de duur van de beperkende maatregelen voor de culturele en creatieve sector; dit wijt zij aan 'niet eenduidige communicatie vanuit de rijksoverheid'. Dinsdag 31 maart zal het kabinet nieuwe besluiten nemen over de periode na 6 april.

De minister wijst in haar brief in de eerste plaats op de generieke maatregelen van het kabinet, met een focus op de korte termijn. Zij stelt dat deze brede maatregelen (ook) toepasbaar zijn op het gehele culturele en creatieve veld. Daarnaast kondigt zij 'specifieke coulancemaatregelen' aan, die vooral gericht zijn op instellingen die door het rijk gesubsidieerd worden (bijv. vanuit de Basisinfrastructuur of Erfgoedwet) en op de zes rijkscultuurfondsen. Hiervan heeft het Filmfonds al eigen maatregelen aangekondigd. [Zie: FILMFONDS] Zij laat weten dat de vier grote private fondsen - het Prins Bernhard Cultuurfonds, het VSBfonds, Fonds 21 en de VandenEndeFoundation - de strekking van deze maatregelen volgen en spreekt de hoop uit dat ook gemeenten en provincies deze zullen volgen.

Tenslotte herhaalt de bewindsvrouw haar belofte om 'met het veld' te bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn. In de brief verwijst ze expliciet naar de inventarisatie door de taskforce, geïnitieerd door Kunsten '92, de Federatie Creatieve Industrie, de Federatie Cultuur en de Creatieve Coalitie. Deze taskforce is op dit moment in een vergevorderd stadium bij het uitwerken van het advies betreffende deze sectorspecifieke maatregelen (die ook effect beogen op de middellange en langere termijn). [KAMERBRIEF 27 MAART OCW]

In een interview met de Volkskrant (30 maart), naar aanleiding van deze Kamerbrief, zei minister Van Engelshoven al: "Ik denk dat niemand op dit moment overziet hoe groot de schade zal zijn. Het kabinet heeft een ongekend steunpakket opgesteld om de eerste nood te lenigen. Maar ik realiseer me goed dat we er nog niet zijn. Ik kijk of we ook nog een fonds kunnen maken voor de culturele instellingen die tussen wal en schip dreigen te vallen." [INTERVIEW] [Zie ook: BELANGENBEHARTIGING]

↥ NAAR BOVEN

c. Bedrijfsleven (generieke maatregelen)

Wij zijn verheugd dat de overheid in zeer korte tijd is gekomen tot een eerste pakket aan generieke economische steunmaatregelen voor het bedrijfsleven. Deze hebben als doel te voorkomen dat bedrijven omvallen en mensen hun baan verliezen. We gaan ervan uit dat de onafhankelijke producenten hier ook een beroep op kunnen doen. De maatregelen gelden in ieder geval voor de komende drie maanden; als de crisis aanhoudt, worden ze verlengd. Let wel: niet alle maatregelen zijn per direct van kracht, sommige regelingen moeten eerst nader uitgewerkt worden.

Onderstaand een overzicht, geactualiseerd op basis van de Kamerbrieven die minister Wiebes (EZK) en staatssecretaris Van Ark (SZW) vrijdag 27 maart publiceerden, en de bekendmaking van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) op dinsdag 31 maart.

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) en Bbz

Zelfstandig ondernemers (met én zonder personeel, inclusief directeur-grootaandeelhouders) met financiële problemen vanwege de coronacrisis kunnen een beroep doen op deze voorziening, die uitgevoerd wordt door gemeenten. De regeling is geënt op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De regeling heeft twee doelen: allereerst om te voorzien in het levensonderhoud van zelfstandigen wanneer het inkomen als gevolg van de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt, en ten tweede om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen.

Deze regeling wordt uitgevoerd door de gemeente waar de ondernemer woont. Hoewel de regeling in formele zin nog nader uitgewerkt moet worden, kunnen gemeenten op basis van de Kamerbrief van 27 maart alvast van start gaan met de uitvoering ervan. De meeste (grote) steden hebben al een (online) loket geopend waar ondernemers zich kunnen aanmelden; sommige gemeenten gaan al over tot uitbetaling. Verwacht wordt dat de kleinere gemeenten snel zullen volgen.

Er zijn twee vormen van ondersteuning mogelijk:

• Een aanvullende uitkering tot aan het sociaal minimum voor maximaal drie maanden.
De overheid biedt zelfstandig ondernemers - zzp'ers, ondernemers met personeel en nadrukkelijk ook directeur-grootaandeelhouders van een besloten vennootschap - ondersteuning door het inkomen aan te vullen tot het sociaal minimum. De uitkering bedraagt maximaal EUR 1.500/maand (netto) voor gehuwden, of maximaal EUR 1.050/maand (netto) voor een alleenstaande vanaf 21 jaar. Omdat de uitkering een inkomensaanvulling is, wordt de hoogte ervan afgestemd op de te verwachten inkomsten van de aanvrager. De procedure om voor deze inkomensondersteuning in aanmerking te komen wordt versneld. Het geld hoeft niet terugbetaald te worden en de vermogens- en partnertoets die normaal gesproken geldt, vervalt. Daardoor hoeven de zelfstandigen niet hun spaargeld aan te spreken en kunnen ze ook een uitkering krijgen als hun partner nog wel inkomen heeft. De regeling is tijdelijk en geldt voor maximaal drie maanden (van 1 maart t/m 31 mei 2020). Een aanvraag voor een uitkering kan binnen deze looptijd worden aangevraagd, eventueel met terugwerkende kracht. Ontvangers van een uitkering zijn verplicht om wijzigingen in hun inkomenssituatie uit zichzelf door te geven. Achteraf controleren gemeenten het daadwerkelijk genoten inkomen.

• Daarnaast kan een lening voor bedrijfskapitaal worden aangevraagd.
Vanuit deze regeling kan een zelfstandige een lening afsluiten van maximaal EUR 10.157 tegen een rente van 2%. De maximale looptijd van een lening is drie jaar. Tot 1 januari 2021 hoeft er nog niet te worden afgelost. Om in aanmerking te kunnen komen voor een lening dient een zelfstandige naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat er sprake is van liquiditeitsprobleem als gevolg van de coronacrisis.

Let op: er is sprake van een grote toeloop, die kan leiden tot vertraging bij de behandeling. De gemeente Amsterdam meldt bijvoorbeeld: 'De nieuwe regeling gaat uit van een beslistermijn van vier weken. In Amsterdam hebben zich al vele duizenden zelfstandig ondernemers hiervoor aangemeld (...). Hierdoor kunnen we niet garanderen dat u binnen vier weken een besluit ontvangt op uw aanvraag. Wel zal, in het geval van een toekenning, met terugwerkende kracht tot 1 maart 2020 worden toegekend.' [INFORMATIE] [KAMERBRIEF 27 MAART SZW] [AMSTERDAM] [ROTTERDAM] [DEN HAAG] [UTRECHT] [EINDHOVEN] [DRECHTSTEDEN

• Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) blijft ook bestaan. Binnen deze reguliere regeling kunnen zelfstandigen tijdelijk een uitkering ontvangen totdat ze weer in hun eigen levensbehoeften kunnen voorzien. Je kunt in aanmerking komen voor het Bbz als je een gevestigde zelfstandige bent die tijdelijk in financiële problemen verkeert of als je een startende zelfstandige bent. Daarnaast biedt het Bbz ook hulp aan oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf of wanneer je als zelfstandige je bedrijf wilt beëindigen. [REGELING]

↥ NAAR BOVEN

UPDATE 06.04.2020 Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) / werktijdverkorting

Voor werkgevers worden de mogelijkheden om werktijdverkorting voor hun personeel aan te vragen fors verruimd en de uitkeringen gaan omhoog. De huidige regeling Werktijdverkorting (wtv) wordt stopgezet. In plaats daarvan introduceert het kabinet de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). De NOW ondersteunt werkgevers die in de periode van maart t/m mei 2020 geconfronteerd worden met een omzetdaling van ten minste 20% als gevolg van buitengewone omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen.

Het NOW-loket van UWV is vanaf maandag 6 april, 09.00u geopend. Let op: de dienst verwacht tienduizenden aanvragen per dag. [UWW - AANVRAAG + INFO]

De regeling voorziet in een subsidie aan werkgevers voor de loonkosten van de werknemers die in dienst zijn en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. De regeling geldt nadrukkelijk ook voor werknemers met een flexibel contract, met een zogenoemde fictieve dienstbetrekking en voor betrekkingen waarbij de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals werknemers met een nulurencontract. Niet-verzekerde en vrijwillig verzekerde DGA’s vallen niet onder de reikwijdte van deze regeling. De NOW voorziet in eerste instantie in subsidieverlening voor de loonkosten van maart t/m mei 2020. Vóór 1 juni 2020 wordt besloten of de regeling met nog eens drie maanden wordt verlengd.

De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de aaneengesloten periode van maart t/m mei 2020. Voor de loonsom wordt van het socialeverzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekkingen uitgegaan. Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Ter bespoediging van de aanvraagprocedure is gekozen voor een opslag voor werkgeverslasten van 30% voor alle gevallen. De subsidie wordt gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld.

Let wel:
- Verkregen subsidies en andere bijdragen uit publieke middelen, zoals bijvoorbeeld het geval is bij culturele instellingen, worden gelijkgesteld met omzet.
- Het omzetverlies wordt bepaald door de omzet in de gekozen driemaandsperiode startend op 1 maart, 1 april of 1 mei te vergelijken met de totale omzet over heel 2019 (gedeeld door vier). Dat is voor grote en kleine bedrijven het makkelijkst te berekenen, maar het kan voor sommige bedrijven ook nadelig uitpakken, zoals bedrijven die in de huidige maanden normaliter hun omzetpiek hebben en snelgroeiende bedrijven.
- Ook is ervoor gekozen om het omzetverlies te bepalen op concernniveau.

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hierbij een accountantsverklaring vereist; de regeling kan op dat punt nog worden aangepast. Binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag zal UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de afrekening kan sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld om het omzetverlies lager is uitgevallen, terugvordering. [UWW - AANVRAAG + INFO] [SZW - INFO]

↥ NAAR BOVEN

UPDATE 07.04.2020 Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) / noodloket

Ondernemers in enkele sectoren die direct getroffen zijn door kabinetsmaatregelen ter bestrijding van het virus, komen in aanmerking voor een eenmalige tegemoetkoming van EUR 4.000 t.b.v. de vaste lasten . Bij beoordeling wordt onder meer gekeken naar de SBI-code (standaard bedrijfsindeling) waaronder de onderneming was geregistreerd in het Handelsregister op 15 maart 2020. Op 7 april heeft het kabinet besloten om deze regeling ook open te stellen voor film- en televisieproducenten en verschillende andere typen ondernemingen. Ondernemers uit de toegevoegde sectoren kunnen vanaf 15 april 2020 een beroep kunnen doen op de regeling. Onder meer de onderstaande codes zijn toegevoegd aan de lijst:

59111   Productie van films (geen televisiefilms)
59112   Productie van televisieprogramma's
5912  Facilitaire activiteiten voor film- en televisieproductie
5913  Distributie van films en televisieproducties
5920  Maken en uitgeven van geluidsopnamen


Punt van aandacht blijft dat veel getroffen ondernemingen in de culturele en creatieve sector nog niet in aanmerking komen. Dit komt enerzijds door te strikte criteria, die met name eenmanszaken uitsluiten: de onderneming mag bijvoorbeeld niet op een woonadres gevestigd zijn en dient daarnaast minimaal EUR 4.000 aan vaste lasten te hebben gedurende drie maanden. Daarnaast ontbreken nog tal van SBI-codes. Indien u meent dat uw SBI-code niet goed aansluit bij uw feitelijke hoofdactiviteit, kunt u dit melden bij RVO. U kunt eventueel proberen de SBI-code en/of vestigingsadres met terugwerkende kracht te wijzigen. De KvK meldt: 'Het opgeven van een wijziging in de activiteitenomschrijving en/of SBI-code bij KVK is altijd mogelijk. Wij kunnen je daarbij om bewijs vragen. Wees je ervan bewust dat je hiermee niet alsnog automatisch in aanmerking komt voor de TOGS-regeling. Dat is aan RVO.'[INFO + AANVRAAG] [MELDING SBI-CODE] [KAMERBRIEF 27 MAART EZK]

↥ NAAR BOVEN

UPDATE 07.04.2020 Makkelijker lenen

• De Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) is bedoeld om de kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf te stimuleren. Op 7 april heeft het kabinet besloten om de premie voor de BMKB te verlagen van 3,9% naar 2%, met als doel deze financiering toegankelijker te maken voor ondernemers. Daarnaast wordt het garantiebudget van de BMKB verhoogd van de beschikbare 765 miljoen euro naar 1,5 miljard euro. De regeling was per 16 maart al verruimd (tot en met 30 juni 2022). Bedrijven met een kredietbehoefte tot EUR 266.667 kunnen driekwart financieren met BMKB-krediet, anders ligt de grens op maximaal de helft van de kredietverstrekking. Verder is het maximum van het BMKB-krediet tijdelijk verhoogd van EUR 1 miljoen naar EUR 1,5 miljoen. Op het BMKB-krediet is een overheidsborgstelling van 90% van toepassing. Ook is besloten dat non-bancaire financiers zich kunnen accrediteren om hun bestaande klanten te financieren onder de coronamodule van de BMKB. [REGELING]

• (Middel)grote ondernemingen die problemen ondervinden bij het verkrijgen van bankleningen en bankgaranties kunnen gebruik maken van de Garantie Ondernemersfinanciering-regeling (GO). Met deze regeling biedt het ministerie van Economische Zaken garantie op bankleningen en -garanties (minimaal 1,5 miljoen). Het kabinet heeft op 7 april besloten om het maximale garantiepercentage te verhogen van 50% naar 80% voor grootbedrijven en 90% voor het MKB, met als voorwaarde dat zij worden getroffen door corona. Het maximum per onderneming was op 17 maart al tijdelijk verruimd naar 150 miljoen euro. [INFORMATIE]

• Specifieke kredietmogelijkheden voor startups, scale-ups en andere innovatieve bedrijven die getroffen worden door de coronacrisis. Deze bedrijven hebben doorgaans geen bankrelatie. Daarom zullen op verzoek van het kabinet de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) overbruggingskredieten gaan verstrekken. Het kabinet stelt hiervoor in eerste instantie 100 miljoen euro ter beschikking. De verwachting is dat deze regeling in de vierde week van april toegankelijk zal zijn. [INFORMATIE]

• Ook de voorwaarden voor microkredieten aan kleine bedrijven worden versoepeld. Voor Qredits geldt dat aanvragen voor uitstel tot aflossing inmiddels kunnen worden ingediend. [INFORMATIE]

Belastingdienst

Voor ondernemers incl. zzp'ers gelden onderstaande belastingmaatregelen. [REGELING]

Bijzonder uitstel van betaling. Ondernemers kunnen sinds 12 maart bijzonder uitstel van betaling krijgen voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonbelasting als zij door de coronacrisis in betalingsproblemen zijn gekomen. Uitstel kan worden aangevraagd nadat er aangifte is gedaan en de ondernemer een aanslag heeft ontvangen. Op 17 maart zijn de voorwaarden voor het aanvragen van uitstel van betaling verder versoepeld. Ondernemers krijgen sindsdien bij een aanvraag meteen uitstel van betaling voor een periode van drie maanden. Voor uitstel langer dan drie maanden zal de Belastingdienst om aanvullende informatie vragen.

Schrappen verzuimboete betalingsverzuim. Als een ondernemer in verband met de coronacrisis uitstel van betaling vraagt voor een naheffingsaanslag omzetbelasting of loonbelasting, zorgt de Belastingdienst er ook voor dat een eventuele bij de aanslag opgelegde boete voor een betalingsverzuim wordt geschrapt.

Tijdelijke verlaging belasting- en invorderingsrente. Het percentage voor de invorderingsrente is per 23 maart verlaagd naar 0,01%. Dit geldt niet alleen voor een belastingschuld waarvoor bijzonder uitstel van betaling wordt gevraagd, maar voor alle belastingschulden. Ook het percentage voor de belastingrente wordt verlaagd. Daarbij geldt om uitvoeringstechnische redenen dat dit ingaat vanaf 1 juni 2020. De enige uitzondering hierop vormt de tijdelijke verlaging van het percentage van de belastingrente in de inkomstenbelasting, die zal ingaan vanaf 1 juli 2020. De Belastingdienst rekent per de aangegeven data met de nieuwe percentages. Belastingplichtigen hoeven daar niets voor te doen.

Verminderen voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Ondernemers die een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2020 hebben ontvangen en nu een lagere winst verwachten, kunnen deze wijzigen zodat zij direct minder belasting betalen. Ondernemers die helemaal geen winst meer verwachten te halen, krijgen de belasting die zij voor dit jaar al betaald hebben daarna direct terug.

↥ NAAR BOVEN

d. Banken

De Nederlandse banken (ABN AMRO, ING, Rabobank, Triodos en de Volksbank) hebben 19 maart gezamenlijk bekendgemaakt dat ze zes maanden uitstel verlenen voor aflossingen op kredieten tot EUR 2,5 miljoen. Om voor dat uitstel in aanmerking te komen, geldt wel dat de bedrijven in de kern gezond moeten zijn. ABN AMRO heeft deze regeling uitgebreid van EUR 2,5 miljoen naar maximaal EUR 50 miljoen voor zakelijke klanten met een omzet van maximaal EUR 250 miljoen, zo maakte de bank vrijdag 27 maart bekend. De regeling geldt ook voor renteaflossingen. Bij ABN AMRO wordt het uitstel automatisch verleend, tenzij ondernemers aangeven er geen gebruik van te maken. [BERICHT[ABN AMRO]

e. Verzekeringen

Het Verbond van Verzekeraars heeft de meest actuele vragen rondom het coronavirus geïnventariseerd, ook met betrekking tot bedrijfsleven en werk. [WEBSITE]

f. Internationaal

Cineuropa biedt een overzicht van festivals die worden uitgesteld of geannuleerd. [LINK]

DutchCulture verzamelt informatie over de gevolgen van de COVID-19-uitbraak voor internationale culturele samenwerkingsprojecten via het eigen Mobility Info Point. [BERICHT]

Creative Europe / MEDIA en EACEA (uitvoerend agentschap) geven aan dat maximale flexibiliteit betracht wordt bij de uitvoering van het programma, binnen de grenzen van het toepasselijke wettelijke kader. Producenten die op problemen stuiten m.b.t. projectactiviteiten en mobiliteit wordt geadviseerd contact op te nemen met EACEA. [BERICHT]

Voor het MEDIA-programma zijn de deadlines van twee oproepen uitgesteld vanwege de coronacrisis. Dit betreft Promotie van Audiovisuele Werken Online (nieuwe deadline: 5 mei 2020, 17.00u) en Steun voor filmfestivals en Europese netwerken van filmfestivals (nieuwe deadline: 21 mei 2020, 17.00u). [BERICHT]

• Het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) heeft maatregelen genomen om de sector te ondersteunen, waaronder snelle bevoorschotting, verlenging van opleveringstermijnen en een soepeler omgang met (bestedings)verplichtingen. De maatregelen gelden voor het Filmfonds, Mediafonds en Gamefonds die onder het VAF vallen. [BERICHT]

Eurimages geeft aan dat het zich coulant opstelt m.b.t. ondersteunde projecten. Wanneer een geplande bioscooprelease niet door kan gaan (definitief) of voor onbepaalde termijn is uitgesteld, kan een beroep worden gedaan op de 'force majeure' clausule. Bij wijze van uitzondering staat Eurimages toe dat producties op een alternatieve manier worden uitgebracht (zoals VOD). Ook wanneer filmopnamen opgeschort / tijdelijk onderbroken worden, is de 'force majeure' clausule van toepassing. Wanneer filmopnamen echter definitief afgebroken zijn dient z.s.m. contact opgenomen te worden met de verantwoordelijke projectmanager van Eurimages. [BERICHT]

↥ NAAR BOVEN

NIEUWS (selectie)

19.03.2020 | Het filmfestival van Cannes kan niet plaatsvinden van 12 t/m 23 mei, vanwege de coronacrisis. De organisatie onderzoekt verschillende scenario's waaronder uitstel tot eind juni, begin juli. [BERICHT]
• De Marché du Film gaat digitaal. De grootste netwerkbijeenkomst voor internationale filmprofessionals zou normaliter plaatsvinden tijdens het festival in Cannes. In plaats daarvan wordt een virtuele 'markt' georganiseerd, met screenings via het Cinando-platform en online meetings. [BERICHT]

20.03.2020 | Netflix maakt bekend dat het een steunfonds ter waarde van $100 miljoen heeft opgericht om de audiovisuele sector te ondersteunen. Het grootste deel is bestemd voor cast en crew van stopgezette eigen producties; een deel komt ten goede aan initiatieven in landen waar het bedrijf actief is. [BERICHT]

24.03.2020 | De aangescherpte maatregelen zijn nader toegelicht. De aankondiging tijdens de persconferentie van 22 maart bleek zo onduidelijk dat een aanvullende uitleg nodig was. In het kort: het verlengde verbod op evenementen, dat nu tot 1 juni van kracht is, geldt alleen voor evenementen met een vergunnings- en meldplicht, zoals festivals. Alle andere maatregelen, waaronder de sluiting van scholen en horeca, duren vooralsnog tot 6 april. Dit geldt ook voor het maandag ingestelde verbod op samenkomsten en groepsvorming. Al deze maatregelen worden de komende anderhalve week heroverwogen. [BERICHT]

25.03.2020 | De recessie, ten gevolge van de coronacrisis, zal wereldwijd zorgen voor een grotere economische neergang en meer verlies van banen dan de financiële crisis van 2008. Dat blijkt volgens de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie Roberto Azevêdo uit de laatste voorspellingen. [BERICHT]

27.03.2020 | Voor de Duitse filmindustrie is een gezamenlijk steunprogramma ontwikkeld door het nationale filmfonds (FFA) en de regionale/deelstatelijke fondsen, zo heeft de Duitse overheid bekendgemaakt. Ter financiering van de maatregelen is een 'virtueel' fonds opgericht dat de beschikking heeft over (in ieder geval) EUR 13 miljoen. Het programma voorziet onder meer in het opvangen van meerkosten t.b.v. projecten die tijdelijk zijn stopgezet vanwege de coronacrisis. [BERICHT]

08.04.2020 | Tijdens het webinar ‘De culturele en creatieve sector in coronatijd’ (8 april), spraken onder meer Jan Zoet (voorzitter Kunsten ’92) en Jann de Waal (topsector Creatieve Industrie) over de gevolgen van de coronacrisis voor de culturele en creatieve sector en de inspanningen van de Taskforce. Het debat was georganiseerd door Kunsten ’92 en de Federatie Creatieve Industrie, i.s.m. Pakhuis de Zwijger, met bijdragen van onder meer Jaap Visser (NCP), Madeleine van Lennep (BNO) en Peter van den Bunder (Kunstenbond); moderator was Jörgen Tjon A Fong. [TERUGKIJKEN] [MEER INFO]

↥ NAAR BOVEN