Partijen uit de audiovisuele sector – van makers tot omroepen en streamingdiensten – zien de noodzaak tot samenwerking om de aanbevelingen van de werkgroep Sectorplan concreet op te volgen. Daarnaast is de urgentie groot om het wetsvoorstel voor een investeringsverplichting voor streamingdiensten vóór het eind van het jaar in de Eerste en Tweede Kamer te behandelen. Dat bleek tijdens de Filmpolitieke Werklunch die op 25 september plaatsvond als onderdeel van het Nederlands Film Festival. Vertegenwoordigers van de AV-sector, de politiek en de overheid gingen met elkaar in gesprek onder leiding van Aldith Hunkar.
Kamerlid Jorien Wuite (D66) aan het woord tijdens de Filmpolitieke Werklunch 2022 (foto: Marcel Krijgsman)
Tijdens de Filmpolitieke Werklunch stond de rapportage van de werkgroep Sectorplan centraal die bij de Kamerbrief van staatssecretaris van cultuur en media, Gunay Uslu, op 18 juli 2022 werd gepubliceerd. Deze bevat aanbevelingen aan de overheid en de AV-sector zelf om de productie, pluriformiteit, kwaliteit en zichtbaarheid van Nederlandse culturele audiovisuele producties te versterken en een duurzaam ecosysteem in de AV-sector te borgen.
De adviezen zijn gezamenlijk opgesteld door partijen uit de Nederlandse productie- en exploitatieketen – een unicum op zich. In panelgesprekken met makers, producenten en distributeurs kwamen de vier bouwstenen van het Sectorplan aan bod:
Laurette Schillings (producent Topkapi Films) benadrukte in haar keynote speech het belang van een gezonder en duurzamer filmklimaat.
Budgetten zijn niet meer toereikend en mede door de slag om de kijker ligt het tempo van het ontwikkel- en maakproces moordend hoog.
"Het wetsvoorstel voor een investeringsverplichting dat nu klaarligt, is ontzettend belangrijk. Dit zou op de lange termijn moeten leiden tot een gezonder en duurzamer productieklimaat. Er stromen immers al jarenlang onvoldoende middelen terug naar het begin van de keten. Fondsen en financiers zouden op korte termijn al een extra stimulans kunnen bieden door de ontwikkelingsbudgetten substantieel te verhogen. Daarnaast blijft continuïteit in beleid onmisbaar. De overheid moet waarborgen dat de waardevolle production incentive voor high end series wordt gecontinueerd en dat er extra wordt ingezet op talentontwikkeling – zowel ‘on the job’ als buiten het directe maakproces om. Indexatie van budgetten en vergoedingen is eveneens broodnodig."
Om op een doeltreffende manier uitvoering te geven aan het Sectorplan is het nodig de krachten te blijven bundelen en het gesprek met elkaar voort te zetten, zo werd alom erkend. De overheid zal nog dit jaar starten om ‘bouwsessies’ te faciliteren om dit sectorbreed overleg te structureren, zo werd toegezegd door Youssef Louakili, directeur Media & Creatieve Industrie van het ministerie van OCW. Hij onderstreepte de urgentie om meer tijd en ruimte voor ontwikkeling van films en series te maken, samen te werken om betere kansen te creëren voor nieuw en ervaren talent (zoals de samenwerking van CineSud en New Noardic Wave binnen Screen Talent NL) en de zichtbaarheid van het aanbod te vergroten. Daarbij benoemde hij de rol van onafhankelijke producenten voor een divers en pluriform aanbod en het belang van publiek-private samenwerking.
Louakili gaf ook aan dat hij ziet dat het belangrijk is dat de production incentive voor high-end series wordt gecontinueerd. In 2022 is hiervoor een budget van 11,5 miljoen euro beschikbaar. Om de onafhankelijke productie van kwalitatief hoogwaardige drama-, documentaire- en animatieseries in eigen land mogelijk te maken en de (internationale) concurrentiepositie van Nederlandse series te versterken, is dit budget volgens de sector jaarlijks nodig.
Jakob van der Waarden, directeur van de Raad voor Cultuur onderstreepte het belang van sectorbrede monitoring en analyse van gegevens [over de productie en exploitatie van films en series]. Dit is nodig om inzicht te krijgen in relevante marktontwikkelingen zodat beleid blijft aansluiten op de praktijk. Ook benadrukte hij het belang om het thema duurzaamheid stevig te verankeren binnen de culturele en creatieve sector.
Tijdens de bijeenkomst is ook gesproken over het wetsvoorstel dat toeziet op het invoeren van een investeringsverplichting voor streamingdiensten in speelfilms, documentaires en series. Kamerlid Jorien Wuite (D66) onderschreef de noodzaak van een snelle behandeling. Om de investeringsverplichting per 2023 te kunnen invoeren, moet het wetsvoorstel vóór het einde van dit jaar door de Tweede en Eerste Kamer zijn goedgekeurd.
Ook werd stilgestaan bij de reactie van de branche- en beroepsverenigingen uit de productiesector op het wetsvoorstel. Zij benoemen enkele verbeterpunten om de impact van de stimuleringsmaatregel te vergroten en een gelijk speelveld met omringende landen te creëren. Zo wordt aangedrongen op substantiële verlaging van de omzetdrempel (nu 30 miljoen euro). De hoogste omzetdrempels gelden nu in Spanje (10 miljoen euro bij een investeringsplicht van max. 5%) en in Frankrijk (5 miljoen euro bij een investeringsplicht van max. 25%). In andere landen ligt de omzetdrempel (ruim) onder de 1 miljoen euro. De productiesector dringt er daarnaast onder meer op aan de investeringsverplichting van 4,5% volledig te koppelen aan onafhankelijke producties en onafhankelijke producenten.
De Filmpolitieke Werklunch 2022 vond plaats op zondag 25 september, als onderdeel van het Nederlands Film Festival in Utrecht. Kamerlid Jorien Wuite (D66) en Youssef Louakili, directeur Media & Creatieve Industrie van het ministerie van OCW, namen deel aan de Filmpolitieke Werklunch, evenals filmmakers, producenten, distributeurs en vertegenwoordigers van brancheorganisaties, bioscopen en filmtheaters, omroepen, streamers, de Nederlandse Filmacademie, het Nederlands Filmfonds en de Raad voor Cultuur.
De tekst van de keynote speech van Laurette Schillings (Topkapi Films) vindt u HIER.
De aanbevelingen van de Nederlandse productiesector, in reactie op het wetsvoorstel voor een investeringsverplichting vindt u HIER.
De Kamerbrief van 18 juli 2022 vindt u HIER.