Minister Bruins presenteert beleidsagenda AV-sector

vrijdag, 8 november 2024


Minister Bruins (OCW) heeft in een Kamerbrief zijn agenda gepresenteerd voor versterking van de Nederlandse audiovisuele sector. De belangrijkste onderwerpen in zijn brief van 7 november:

- Versterking ketensamenwerking en talentontwikkeling;
- Evaluatie investeringsverplichting;
- Nieuw sectorbreed onderzoek;
- Lessen uit België.

De minister gaat in gesprek met vertegenwoordigers uit de sector over de concrete uitwerking van zijn voornemens.

* Ministerie van OCW, Kamerbrief Agenda audiovisueel aanbod “Verbeelding door inzicht, talentontwikkeling en samenwerking”, 7 nov. 2024
* FilmForward, Verkenning talentontwikkeling, aug. 2024
Rapportage input voor evaluatieontwerp Investeringsverplichting grote streamingdiensten, 7 nov. 2024

Minister Eppo Bruins (OCW), foto: Martijn Beekman


Versterking ketensamenwerking en talentontwikkeling

De minister ziet samenwerking binnen de audiovisuele keten als cruciaal, zowel tussen publieke en private partijen als publieke partijen onderling. Hij vraagt om het overleg dat eerder resulteerde in de bouwstenen voor een Sectorplan verder op te pakken.

Talentontwikkeling was een van de onderwerpen in het Sectorplan. OCW heeft aan FilmForward de opdracht gegeven om initiatieven en programma’s voor talentontwikkeling in de gehele audiovisuele sector in kaart te brengen. Deze verkenning is als bijlage bij de Kamerbrief opgenomen.

De minister neemt de aanbevelingen van FilmForward over:
- Hij gaat in gesprek met producenten, streamingsdiensten en omroepen om het aantal werkervaringsplekken (training-on-the-job) voor startend en ervaren talent te vergroten.
- Hij onderschrijft het belang van regionale talenthubs; eerder stelde voormalig staatssecretaris Uslu hiervoor al extra middelen beschikbaar.
- Ten slotte vraagt de minister aan publieke en private partijen in onze sector om gezamenlijk tot een gedragen visie op talentontwikkeling te komen en daarbij concrete acties uit te werken. Om dit te faciliteren biedt hij aan een onafhankelijk voorzitter/aanjager aan te stellen.


Evaluatie investeringsverplichting streamingdiensten
Evaluatie over de eerste investeringscyclus (2024-2026) van de wettelijke investeringsverplichting voor streamingdiensten vindt plaats in twee fasen:
- Van 2025 tot eind 2027: jaarlijkse rapportage, gebaseerd op informatie van het Commissariaat voor de Media.
- Eind 2027: start evaluatie over de gehele investeringscyclus door een onafhankelijk onderzoeksbureau.
Het ontwerp voor deze evaluatie is eveneens als bijlage bij de Kamerbrief opgenomen. Voor dit evaluatiekader heeft NAPA uitgebreide input aangeleverd, deze is grotendeels overgenomen. Onze inbreng en die van andere partijen maakt deel uit van de rapportage.

De minister is bereid de mogelijkheden te onderzoeken om videoplatformdiensten (zoals YouTube en TikTok) op termijn ook onder de investeringsverplichting te brengen – zoals in Vlaanderen al het geval is.


Nieuw sectorbreed onderzoek
Het ministerie initieert een onafhankelijk onderzoek naar marktontwikkelingen en financiële stromen in de audiovisuele sector (‘AV-sector in beeld’). Doel is om de effecten van alle (stimulerings)maatregelen en financieringsinstrumenten in samenhang te bezien. Dit kan bijdragen aan effectievere beleidsvorming.
Bij de opzet van dit onderzoek worden het Filmfonds en sectorvertegenwoorders actief betrokken.


Lessen uit België
In de brief wordt stilgestaan bij het Belgische stimuleringsbeleid, met name de Tax Shelter. Deze fiscale regeling stelt Belgische en buitenlandse bedrijven in staat te investeren in producties in ruil voor fiscale voordelen. De maatregel blijkt zeer effectief in aanvulling op selectieve stimuleringsmaatregelen: de Tax Shelter is essentieel bij het hoog houden van het volume aan content; selectieve steun is van wezenlijk belang voor het waarborgen van kwaliteit, diversiteit en talentontwikkeling.

Minister Bruins zegt in zijn brief toe dat de Vlaamse stimuleringsmaatregelen worden meegenomen in het aangekondigde sectorbreed onderzoek. Hij verwijst ook naar de filmpolitieke bijeenkomst tijdens het Nederlands Film Festival, waar gesproken werd over de Belgische situatie. Daar werd benoemd dat de Belgische industrie dankzij de Tax Shelter een aanzuigende werking heeft. Inmiddels wordt een groot deel van de postproductie voor Nederlandse coproducties uitbesteed aan Belgische bedrijven. Dit leidt tot weglekken van Nederlandse werkgelegenheid naar België.

Het verslag van de filmpolitieke bijeenkomst 2024: https://www.filmfestival.nl/nieuws/verslag-filmpolitieke-bijeenkomst-2024


Nederlands Filmfonds
Uiteraard komt in de brief ook de stimulering via het Nederlands Filmfonds aan bod, onder verwijzing naar het beleidsplan 2025-2028. Hierin stelt het fonds als prioriteiten: meer budget per productie voor minder producties; focus op kwaliteitsverhoging en concurrentievermogen; meer ruimte voor scenario-ontwikkeling en draaidagen; nadruk op publieksbereik en -waardering.