De financiële weerbaarheid van productiebedrijven stond centraal tijdens een bijeenkomst die NAPA organiseerde, voorafgaand aan het jaarlijkse ledendiner. Met ruim vijftig producenten bespraken Alexander Ramselaar van Cultuur+Ondernemen en Lambert de Pater van Triodos Bank knelpunten uit de praktijk en mogelijke oplossingen.
Tekst: Joanne Wienen
Fotografie: Corinne de Korver
Verhalen vertellen en mooie producties realiseren: dat is waar de harten van de onafhankelijke producenten binnen NAPA sneller van gaan kloppen. Ze zijn actief binnen verschillende disciplines - van speelfilms, dramaseries en documentaires tot animatie, virtual reality en games - maar hebben als het op financiën aankomt, veelal dezelfde vraagstukken, blijkt tijdens de bijeenkomst op 26 juni bij het Moving Arts Centre in Amsterdam-Noord.
Hoe een productie te financieren hoef je de meeste producenten niet uit te leggen, maar het hebben van een financieel weerbare organisatie vraagt om meer dan dat. Wie bij wil blijven, moet investeren in talent en zich verdiepen in nieuwe manieren om te produceren. In de ideale wereld heeft een bedrijf voldoende eigen vermogen om lopende projecten én innovatieve plannen te financieren, maar de realiteit is anders, weet Alexander Ramselaar, adviseur Financiering bij Cultuur+Ondernemen. Producenten kampen met smalle marges, oplopende betalingstermijnen en strenge regels vanuit financiers. Tel daarbij op dat veel van het eigen vermogen dat er was door de pandemie is verdampt, en wat overblijft is vooral veel onzekerheid. Dat belemmert ondernemerschap, en maakt het lastig om een buffer op te bouwen voor momenten dat het wat minder gaat.
Cultuur+Ondernemen: Cultuurleningen
‘Het is de bedoeling dat vandaag een interactieve sessie wordt,’ zei NAPA-directeur Anna Pedroli voorafgaand aan de bijeenkomst, en vanuit het publiek worden dan ook volop ervaringen uitgewisseld uit de praktijk. Iemand loopt er tegenaan dat productiebudgetten deels pas na oplevering van projecten beschikbaar komen. Een ander worstelt met de lange looptijden van producties en de risico’s die dat met zich meebrengt, want soms zit er tussen financiering en realisatie rustig drie jaar.
Voor een aantal van de vraagstukken die er in het publiek leven, biedt Cultuur+Ondernemen mogelijkheden. “Wij gaan op het gebied van leenfaciliteiten verder waar veel banken, verzekeraars en fondsen stoppen,” legt Ramselaar uit. Zo stelt de Cultuur Vermogen Lening ondernemers met een door de pandemie aangetast eigen vermogen in staat om op een pre-corona manier te ondernemen, en met meer financiële zekerheid te kunnen nadenken over langetermijninvesteringen.
Anders dan de Cultuur Vermogen Lening zijn de Cultuur Opstart Lening en Cultuurlening Plus juist gekoppeld aan een bepaald doel (gevolgen pandemie) of een specifieke productie, waar meer risico’s aan zitten. Naast de leenfaciliteiten kunnen cultureel ondernemers ook bij Cultuur+Ondernemen terecht voor meer informatie en concrete regelingen en tools op het gebied van risicobeheersing. Zo is in samenwerking met de audiovisuele branche en het Filmfonds een garantieregeling op het gebied van pandemierisico’s ontwikkeld, en samen met HKU en HVA ‘Culturele Kracht’: een kennisprogramma over risicomanagement.
Naast de Cultuur Opstart Lening, Cultuur Vermogen Lening en Cultuurlening Plus biedt Cultuur+Ondernemen nog andere leningen die passen bij verschillende bestedingsdoelen. Op de Cultuurleningenpagina vind je de algemene informatie en praktijkvoorbeelden.
Triodos: overbruggingskrediet voor de filmsector
Ook binnen Triodos Bank is er oog voor de dilemma’s waar producenten veelal mee kampen, vertelt Lambert de Pater, die binnen Triodos verantwoordelijk is voor kredieten aan culturele instellingen en -ondernemers. Zo verstrekt Triodos als enige Nederlandse bank overbruggingskredieten aan producenten van bioscoopfilms en documentaires die met steun van het Nederlands Filmfonds gerealiseerd worden. En doordat er gewerkt wordt met gestandaardiseerde systemen, kan cashflow ook voor bestaande relaties van de bank snel gerealiseerd worden.
Volgens De Pater is het een kwestie van tijd voor de financieringsmogelijkheden voor de culturele sector binnen Triodos worden uitgebreid. “Wij willen kijken waar de hiaten in het financieringslandschap zijn, waar de behoeftes liggen en wat er beter kan op dat gebied,” zegt hij, en hij spoort de aanwezigen dan ook aan om vooral bij hen aan te kloppen. En dan niet als je alles al helemaal uitgedacht hebt, maar juist in een eerder stadium, zodat de bank kan meedenken over een financieringsmix.
Koppen bij elkaar
De bijeenkomst eindigt met een interessante discussie over financiële zelfredzaamheid binnen de sector. Zo wordt besproken hoe de subsidiesystematiek het ingewikkeld maakt om te ondernemen. Vaak geldt dat er maxima zijn aan de verdiensten van een producent. Zo blijft er weinig over om een sterk eigen vermogen op te bouwen, en blijven producenten aan een subsidie-infuus hangen. Wat als we toegaan naar een systeem van productiehuis-financiering in plaats van projectfinanciering, vraagt iemand zich af. Zou dat niet motiverender werken op het gebied van ondernemerschap?
Nog zo’n knelpunt binnen de sector: een beperkte kennis over specifieke ontwikkelingen binnen het vak bij financiers. Want hoe kan een verstrekker een innovatieve productie goed wegen of beoordelen als niet wordt begrepen wat het doel is, waarom een investering belangrijk is of hoe toekomstgericht een project is? Deze overkoepelende vraagstukken, knelpunten, mogelijke oplossingen én goede voorbeelden willen de NAPA, Cultuur+Ondernemen en Triodos samen met de sector bespreekbaar en zichtbaar maken. Zo werken we samen met de makers aan hun financiële gezondheid, en bouwen we een sterke, toekomstbestendige sector.
_________