Vrijdag 29 mei is een herziene versie van het COVID-19-protocol voor de Nederlandse audiovisuele sector gepubliceerd.
Het protocol en bijbehorende documenten vindt u HIER.
Naar aanleiding van de actuele adviezen en richtlijnen van het RIVM heeft de werkgroep het protocol besproken met het Ministerie van OCW. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen. Samengevat: alle werkzaamheden in de categorieën LOW en MEDIUM RISK kunnen vanaf nu weer worden uitgevoerd, onder de voorwaarde dat de in dit geactualiseerde protocol benoemde voorzorgsmaatregelen worden toegepast.
Het COVID-19-protocol biedt de audiovisuele sector richtlijnen om het werk te vervolgen en te hervatten binnen de geldende voorschriften van de Rijksoverheid en het RIVM. De verschillende werksituaties zijn met de bijbehorende richtlijnen gespecificeerd in drie risicocategorieën: LOW, MEDIUM en HIGH RISK. In aansluiting op het protocol heeft de Dutch Academy For Film (DAFF) een Toolkit ontwikkeld met praktische tips voor op de werkvloer. Deze is eveneens aangepast aan de hand van de laatste ontwikkelingen. Van de Toolkit is nu ook een handzame app beschikbaar, zodat makers snel en gemakkelijk de tips en tricks kunnen vinden die voor hen relevant zijn. Toolkit + app vindt u ook via de downloadpagina.
Waarin verschilt versie 2.0 van het protocol (29 mei 2020) van versie 1.0 (18 mei 2020)?
1. Onder strikte voorwaarden (zie punt 46) is het nu mogelijk dat personen zonder beschermende kleding op minder dan 1,5 meter afstand tot bijvoorbeeld hun mede-acteurs of -deelnemers kunnen meewerken aan opnamen. Let wel: dit geldt alleen voor personen zonder klachten én indien zij géén intieme scènes hoeven uit te voeren én uitsluitend waar het om een beperkte, beheersbare en controleerbare groep gaat waarbij sprake is van herhaalcontacten, en uitsluitend voor de duur van de betreffende opname. Daarnaast dienen deze personen zich tijdens de draaiperiode te houden aan de strikte RIVM-richtlijnen om zoveel mogelijk thuis te blijven en alleen naar buiten te gaan wanneer dit echt noodzakelijk is.
2. Dit geldt echter nog niet wanneer het gaat om het uitvoeren van intieme scènes met intensief fysiek contact, zoals zoen- of vechtscènes.
3. Pas als de maatregelen worden verruimd, kunnen intieme scènes weer worden opgenomen. Voor het opnemen van intieme scènes geldt vanaf dat moment de strengere voorwaarde dat de personen die daaraan meedoen preventief getest dienen te kunnen worden, zodra voldoende testcapaciteit beschikbaar is (punt 48). Daarnaast dienen deze personen zich ook aan de strikte RIVM-richtlijnen houden om zoveel mogelijk thuis te blijven en alleen om noodzakelijke redenen naar buiten te gaan, zoals dit ook geldt als er op minder dan 1,5 meter afstand wordt gewerkt (punt 46 en 47).
4. De term ‘contactberoepen’ is geschrapt, aangezien deze gebruikt wordt voor beroepen waarbij er contact is tussen een professional en een (betalende) klant of klanten. Deze term wordt niet gebruikt voor contact tussen professionals onderling.
5. Er is daarnaast expliciet benoemd dat bij opnamen op locatie de actuele decentrale regelgeving en voorschriften van de betreffende veiligheidsregio en gemeente geraadpleegd moeten worden.
6. In de bijbehorende indicatieve risico-analysetabel zijn de functies bij sound department verder uitgewerkt.